Overspanningsbeveiligingen
Schneider en Legrand bliksemafleiders voor elektrische panelen
One-Elec biedt u een breed assortiment Schneider en…
Normen en verbindingen
Een bliksemafleider wordt aangesloten op een elektrisch paneel, precies tussen de hoofdstroomonderbreker en de aardlekschakelaars. Om zijn rol te kunnen vervullen, is het absoluut noodzakelijk dat hij ook op de aardverbinding is aangesloten, want het is naar de aarde dat de spanningen worden omgeleid wanneer deze verschijnselen zich voordoen. Er zij echter op gewezen dat, wat de aansluiting betreft, de norm NF C 15-100 voorschrijft dat de kabel tussen het aansluitblok van de voeding en de contactdoos met aarde niet langer mag zijn dan 50 cm.
Of het nu gaat om een bliksemafleider met of zonder geïntegreerde stroomonderbreker, deze maximale kabellengte moet in acht worden genomen, ongeacht het type afleider dat u moet installeren.
De installatie van een bliksemafleider in een woning of gebouw moet voldoen aan de eisen van de norm NF C 15-100, die voor alle vakmensen in de elektriciteitssector geldt. Deze norm beoogt de praktijken te standaardiseren die moeten worden nageleefd op het gebied van elektrische installatie, teneinde de veiligheid van personen en woningen te waarborgen.
Wanneer moet een bliksemafleider in het elektrische paneel worden geïnstalleerd?
Het is de norm NF C 15-100, en meer bepaald tabel 44B van het amendement 1 §443 van deze norm, die de regels voor de installatie en de verplichtingen voor de toepassing van een bliksemafleider vastlegt. Het verplichte karakter van de installatie van een bliksemafleider hangt af van verschillende criteria: het keraunisch niveau en de bliksemdichtheid van de plaats waar het gebouw staat, de kenmerken en het type stroomvoorziening van het gebouw in kwestie. In de eerste plaats is er een classificatie van de Franse departementen die is vastgesteld aan de hand van hun bliksemdichtheid en hun Keraunic-niveau.
De bliksemdichtheid houdt rekening met het aantal blikseminslagen per jaar en per Km², deze waarde wordt aangeduid met de index Ng. Het Keraunic-niveau komt overeen met het aantal onweersdagen dat zich in een jaar voordoet; dit gegeven wordt weergegeven door de index Nk. Als het Keraunic-niveau van een afdeling strikt genomen hoger is dan 25, moeten alle elektrische installaties in die zone uitgerust zijn met een bliksemafleider. Deze twee criteria houden verband met de kenmerken en de stroomvoorziening van het gebouw. Elk gebouw dat met een bliksemafleider is uitgerust en een Keraunic-index van meer of minder dan 25 heeft, moet immers met een bliksemafleider worden uitgerust.
Ook wanneer een gebouw een laagspanningsvoorziening heeft die geheel of gedeeltelijk bovengronds is en het Keraunic-niveau hoger is dan 25, wordt de aanwezigheid van een bliksemafleider in de elektrische installatie verplicht. Als een gebouw echter een laagspanningsvoorziening heeft die geheel of gedeeltelijk bovengronds is en het Keraunic-niveau lager is dan 25, dan is de installatie van een bliksemafleider niet verplicht. Het niet-verplichte karakter geldt ook in het geval van een gebouw dat wordt gevoed door een laagspanningslijn die volledig in de grond is verzonken.
Welke bliksemafleider voor welk elektrisch paneel?
De bliksemafleiders die in de one-elec onlineshop worden aangeboden, zijn uitsluitend bestemd voor de bescherming van elektrische installaties die op laagspanning (eenfasig of driefasig) zijn aangesloten.
De keuze hangt af van het type afleider (type 1/2/3), de veronderstelde kortsluitstroom van de installatie, alsmede van andere gegevens wanneer een afleider op het gebouw wordt geïnstalleerd (geregeld door een bliksemafleiderplan)
- Type 1: Deze armaturen zijn zeer krachtig. Zij kunnen een zeer hoge stroom vervoeren, gewoonlijk van de aarde naar het stroomdistributienetwerk. Zij zijn te vinden in het hoofdschakelbord van gebouwen die met bliksemafleiders zijn uitgerust.
- Type 2: Dit type stroomonderbreker wordt geïnstalleerd in het hoofdschakelbord. Hij wordt gebruikt om de door indirecte blikseminslag opgewekte stromen af te voeren. Dit soort fenomeen veroorzaakt geïnduceerde of geleide spanningspieken op het stroomdistributienet.
- Type 3: Armaturen van het type 3 hebben een zeer beperkte stroomcapaciteit. Daarom kunnen zij niet alleen worden gebruikt, maar vormen zij een aanvulling op de armaturen van type 2.
Hun rol is overspanningen te verminderen aan de klemmen van gevoelige of kritische elektrische apparatuur. Kunt u de juiste bliksemafleider voor uw installatie niet vinden? Weet u niet zeker welk model u in uw elektrisch paneel moet integreren? Contacteer zonder aarzelen het One-Elec team. Wij staan tot uw beschikking om u bij uw keuze te begeleiden.