Aardlekschakelaars

Wat is het doel van een aardlekschakelaar?

Naast het beschermen van de apparatuur in een installatie tegen kortsluiting en te hoge spanning, beschermt de aardlekschakelaar (ELCB) ook de mens tegen elektrocutie. 

De belangrijkste rol is het continu bewaken van aardlekstromen, d.w.z. de isolatie van elektrische kabels en apparaten. Met andere woorden, hij vergelijkt voortdurend de stroom die in en uit de elektrische apparatuur stroomt. Als die twee verschillen, detecteert de aardlekschakelaar een afwijking en schakelt hij in om de defecte apparatuur te ontkoppelen van het elektriciteitsnet.

Wat is het verschil tussen een stroomonderbreker en een aardlekschakelaar?

Eenvoudig gezegd beschermt een stroomonderbreker de installatie, terwijl een aardlekschakelaar de installatie EN de personen beschermt.

De stroomonderbreker is uitgerust met een onderbreker en een schakelaar die de beveiliging detecteert en aanstuurt. Hij beschermt de apparatuur tegen kortsluiting (magnetische beveiliging) en elektrische overbelasting (thermische beveiliging). Het volledige assortiment One-Elec stroomonderbrekers

De aardlekschakelaar (ELCB) bevat dezelfde onderdelen en beschermt ook de installatie, maar bewaakt daarnaast ook aardlekstromen, die gevaarlijk kunnen zijn voor de mens. Een lekstroom van 30 mA kan ademhalingsverlamming veroorzaken en 40 mA onomkeerbare hartfibrillatie.

Wat is het verschil tussen een aardlekschakelaar en een differentieelschakelaar?

Een aardlekschakelaar beschermt apparaten EN mensen, terwijl een differentieelschakelaar alleen mensen beschermt. Hij moet worden gecombineerd met een hoofdschakelaar om apparaten te beschermen.

Wat zijn de verschillende soorten aardlekschakelaars?

Alle circuits in een elektrische installatie moeten worden beveiligd door lekstroomschakelaars (RCD's), waarvan de aardlekschakelaar er een is. De norm NFC15-100 definieert het aantal en het type aardlekschakelaars voor alle LV-installaties, ongeacht het werkgebied: woningen of bedrijfspanden, industriële-, agrarische- of openbare instellingen, enz.

Het type aardlekschakelaar hangt af van de apparatuur en de circuits die moeten worden beschermd.

Aardlekschakelaar type A

Het type A is ontworpen om wissel- EN gelijkstroom te detecteren. Hij is nodig om apparatuur te beschermen dat gelijkstroom genereert, zoals wasmachines, fornuizen of kookplaten. Het type A is ook nodig om stopcontacten voor het opladen van elektrische voertuigen te beschermen. De NFC15-100 norm vereist dat deze apparaten worden aangesloten op een speciaal circuit dat wordt beveiligd door een differentieelschakelaar van type A, met een gevoeligheid van 30 mA en maximaal 8 circuits per differentieel.

Aardlekschakelaar type AC

Het type AC detecteert alleen wisselstroomlekken. Daarom wordt deze aanbevolen voor het beveiligen van standaard elektrische apparatuur en circuits, zoals verlichting, stopcontacten, ovens, koelkasten en ventilatiesystemen.

De High Immunity aardlekschakelaar

Het type High Immunity wordt aanbevolen voor installaties met apparatuur dat gevoelig is voor stroomstoringen onderbrekingen, zoals computers en bepaalde verlichtingssystemen zoals digitale ballasttoestellen. Dit type aardlekschakelaar wordt voornamelijk gebruikt in de industrie en is ook bijzonder geschikt voor installaties met een verhoogd risico op harmonische stroom in het elektriciteitsnet en bronnen met gelijkstroomonderdelen zoals diodes, diodebruggen of geschakelde voedingen. De aardlekschakelaar wordt hier aanbevolen als een specifieke startbeveiliging om de continuïteit te garanderen.

Aardlekschakelaar type B

Dit type aardlekschakelaar is bedoeld voor gebruik met een driefase stroomtoevoer. Hij is nodig wanneer apparatuur van klasse 1 foutstromen kan produceren met een gelijkstroom onderdeel (snelheidsregelaars, omvormers, acculaders, noodstroomvoorzieningen).

Wat zijn de verschillende gevoeligheidsdrempels voor aardlekschakelaars?

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen nominale waarde en gevoeligheid. De nominale waarde, uitgedrukt in ampère (A), komt overeen met de drempel waarboven de automaat automatisch uitschakelt om het circuit spanningsvrij te maken en te beschermen tegen overbelasting of kortsluiting. 

De gevoeligheid, uitgedrukt in milliampère (mA), komt overeen met het verschil in stroom dat wordt gedetecteerd tussen fase en nul, waarboven de automaat uitschakelt om mensen tegen elektrische risico's te beschermen.  Voor huishoudelijke elektrische installaties is deze gevoeligheid ingesteld op 30 mA volgens de norm NFC 15-100.

Afhankelijk van het gebruik zijn er ook differentiaalschakelaars met een gevoeligheid van 300 en 500 mA. In de industriële en tertiaire sector is de ononderbroken activiteit van groot belang en kan het nadelig zijn als bijvoorbeeld machines of noodverlichtingseenheden onverwachts door een aardlekschakelaar van 30 mA worden uitgeschakeld. In het geval van verouderde installaties kunnen echter bepaalde lekstromen ontstaan bij het opstarten. Dit brengt het leven van personen niet in gevaar, omdat de aansluiting van de circuits ontoegankelijk is. In dergelijke gevallen kunnen differentiaalschakelaars met een gevoeligheid van 300 mA worden geïnstalleerd. Dit betekent echter niet dat een 30 mA aardlekschakelaar niet nodig is als er mogelijk mensen in contact komen met de apparatuur. De 300 mA aardlekschakelaar blijft dan de laatste bescherming als de andere 30 mA aardlekschakelaars het laten afweten. Dit is de zogenaamde selectiviteit.

Zie voor meer informatie ons artikel: Hoe kies je een aardlekschakelaar?